De heer X koopt voor € 20.300 een Mercedes-Benz CLS 55 AMG, die afkomstig is uit een andere EU-lidstaat. Voor zijn BPM-aangifte maakt X gebruik van de koerslijst X-ray. Aangezien het onderhavige type daarin niet voorkomt, kiest X voor ‘de beste gelijkende versie in rangorde naar beneden toe'. X voldoet aldus € 4.981 aan BPM. In geschil is of de inspecteur terecht een naheffingsaanslag heeft opgelegd van € 932. De herberekening is gebaseerd op de koerslijst van Autotelex waarin het onderhavige type wel is vermeld.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de onjuiste handelswijze van X niet hoeft te volgen, aangezien het type wél voorkomt op een andere geaccepteerde koerslijst. Hierdoor kan de vermindering namelijk nauwkeuriger worden vastgesteld en dan is niet in geschil dat de naheffing moet worden verminderd tot € 698. De naheffing bij invoer van een gebruikte auto is ook niet in strijd met art. 110 VWEU. X claimt met succes een vergoeding van immateriële schade in verband met het overschrijden van de redelijke termijn. Weliswaar staat op het bezwaarschrift een ontvangststempel van 14 april 2015, maar uit de overige gedingstukken blijkt dat het bezwaar is ingekomen op 3 april 2015. De redelijke termijn is dus met negen dagen overschreden, wat moet worden afgerond op een halfjaar. X heeft daarom recht op € 500. Het beroep van X is deels gegrond.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 110
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Europees belastingrecht, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 8 mei