Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de btw-vrijstelling voor hijsdiensten niet alleen geldt voor de in de eindhandelsfase verrichte diensten. Ook diensten die in een eerdere fase zijn verricht kunnen namelijk worden vrijgesteld.

A Oy verricht laad- en losdiensten, opslag-, scheepsagent- en expediteursdiensten. De diensten worden uitgevoerd door een onderaannemer en bestaan onder meer uit het laden en lossen van schepen voor de vaart op volle zee. A Oy dient een verzoek om een ruling in bij de Finse centrale belastingcommissie en verzoekt om toepassing van de btw-vrijstellingen van art. 148 onderdelen a, c en d Btw-richtlijn voor de voor rekening van zijn klanten in onderaanneming verrichte laad- en losdiensten. De belastingcommissie wijst het verzoek af, omdat de diensten alleen kunnen worden vrijgesteld van btw als zij worden verricht in de eindhandelsfase en de laad- en losdiensten in casu in een eerdere fase dan de eindhandelsfase worden verricht. De Finse rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat niet alleen hijsdiensten die plaatsvinden in de eindhandelsfase kunnen worden vrijgesteld. Volgens het Hof van Justitie EU kunnen namelijk ook diensten die in een eerdere fase zijn verricht worden vrijgesteld. Het Hof van Justitie EU denkt hierbij aan een dienst verricht door een onderaannemer voor een ondernemer die deze vervolgens doorberekent aan een transit- of vervoeronderneming. Verder merkt het Hof van Justitie EU nog op dat ook hijsdiensten bestaande uit het laden en lossen van een schip die worden verricht voor degene die deze lading onder zich heeft, zoals de exporteur of de importeur ervan, kunnen worden vrijgesteld.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)

Editie: 8 mei

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen