De inspecteur stelt hoger beroep in tegen uitspraken van Rechtbank Den Haag van 1 oktober 2015 betreffende aanslagen IB/PVV en zorgverzekeringswet 2010 van belanghebbende, X. De rechtbank heeft de uitspraak aan partijen verzonden op 5 oktober 2015.
Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat hij het hoger beroep betreffende de aanslag IB/PVV 2010 van X tijdig ter post heeft bezorgd. Het hoger beroepschrift moest uiterlijk op 16 november 2015 ter post zijn bezorgd. De inspecteur stelt dat het hoger beroep op 13 november 2015 ter post is bezorgd, maar maakt dit niet met concrete feiten aannemelijk. De door de inspecteur aangeboden ambtsedige verklaringen van hemzelf en een medewerker van de postkamer geven enkel de gebruikelijke gang van zaken van verzending van hoger beroepen weer en werpen geen licht op de vraag of het onderhavige hoger beroep op 13 november 2015 is verzonden. Het hoger beroep betreffende de aanslag IB/PVV 2010 is wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk. Voor de aanslag Zvw 2010 kan de vraag naar de tijdigheid van het hoger beroep in het midden blijven, omdat de inspecteur bij het hoger beroep geen belang heeft. De rechtbank heeft dit beroep immers ongegrond verklaard. Ook dit hoger beroep is derhalve niet-ontvankelijk.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:9