Hof Den Haag oordeelt dat het geschrift dat X in de bezwaarfase heeft ingebracht zo summier is dat dit niet aangemerkt kan worden als een taxatierapport.

X komt in bezwaar tegen de WOZ-waarde 2018 van zijn woning die is vastgesteld op € 300.000. In bezwaar verlaagt de heffingsambtenaar de waarde naar € 280.000. Voor de kosten van een door X ingebracht taxatierapport kent de heffingsambtenaar geen kostenvergoeding toe omdat het taxatierapport niet zou voldoen aan de minimale eisen. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar wel een vergoeding had moeten toekennen voor een bedrag van € 128,26 (op basis van een tijdsbesteding van 2 uur * € 53 vermeerderd met 21%).

Hof Den Haag oordeelt dat het geschrift dat X in de bezwaarfase heeft ingebracht zo summier is dat dit niet aangemerkt kan worden als een taxatierapport. Het hof volgt het standpunt van de heffingsambtenaar dat het geschrift niet meer is dan een niet-onderbouwde stelling over de waarde. Nog afgezien van het feit dat een waarde van € 210.000 tegen de achtergrond van het geheel van waarderingsgegevens niet serieus kan worden genomen. Het hof oordeelt dat de rechtbank ten onrechte de kostenvergoeding voor het taxatierapport heeft toegekend. Het hoger beroep van de heffingsambtenaar is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 14 oktober

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen