Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het telefoongesprek tussen de invorderingsambtenaar en de gemachtigde van X niet aangemerkt kan worden als een (telefonische) hoorzitting.

X ontvangt een aanmaning in verband met een onbetaalde naheffingsaanslag parkeerbelasting. X maakt via zijn gemachtigde bezwaar tegen de aanmaningskosten. De bezwaarbehandelaar belt de gemachtigde om te vragen op welke zaak het bezwaar betrekking heeft. Tijdens het telefoongesprek wordt duidelijk dat X de aanslag niet heeft ontvangen. Het bezwaar wordt toegewezen en er wordt een proceskostenvergoeding toegekend met een wegingsfactor 0,25. De gemachtigde stelt dat de wegingsfactor onvoldoende is gemotiveerd en dat er een extra punt had moeten worden toegekend voor een hoorzitting.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het telefoongesprek tussen de invorderingsambtenaar en de gemachtigde van X niet aangemerkt kan worden als een (telefonische) hoorzitting. Het telefoongesprek heeft enkel plaatsgevonden om te verifiëren op welk besluit het bezwaar ziet, er zijn inhoudelijk geen standpunten uitgewisseld. De rechtbank oordeelt verder dat de invorderingsambtenaar terecht een factor 0,25 heeft toegepast gelet op aard en omvang van het geschil (aanmaningskosten van € 7) en de arbeid die de gemachtigde heeft verricht. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 8 juli

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen