Rechtbank Gelderland oordeelt dat de administratie van de heer X is aan te merken als een stuk dat de inspecteur ter beschikking heeft gestaan, aangezien vast staat dat de controleurs hierin inzage hebben gehad. Het niet overleggen daarvan is dus een verzuim van de inspecteur. Er worden echter geen gevolgen aan verbonden.

De heer X exploiteert een coffeeshop in Deventer. Tijdens een boekenonderzoek neemt de inspecteur vanwege gebreken in de administratie een informatiebeschikking. Zo worden er geen voorraadstaten bewaard, is er geen enkele vorm van kascontrole (het vergelijken van het administratieve saldo met het werkelijk aanwezige kasgeld en het analyseren van eventuele verschillen) en wordt er geen uitvoering gegeven aan de uitspraak van Hof Amsterdam 18 mei 2005, nr. 04/00449, V-N 2005/38.3 over de voorraadadministratie van een coffeeshop (zie ook Hoge Raad 31 mei 2013, nr. 11/03452, V-N 2013/28.7). In geschil is of de informatiebeschikking terecht is vastgesteld. X stelt dat de inspecteur geen enkel bewijs heeft ingebracht waaruit kan worden geconcludeerd dat niet aan de bewaar- en administratieplicht is voldaan. De inspecteur heeft de administratie van X namelijk niet als gedingstuk ingebracht.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de administratie van X is aan te merken als een stuk dat de inspecteur ter beschikking heeft gestaan, aangezien vast staat dat de controleurs hierin inzage hebben gehad. Het niet overleggen daarvan is dus een verzuim van de inspecteur. Er worden echter geen gevolgen aan verbonden. X kan de informatiebeschikking namelijk bestrijden door zonodig zelf uit zijn administratie te putten. X is dus niet in zijn processuele belangen geschaad. De inspecteur maakt aannemelijk dat X niet aan zijn administratieve verplichtingen voldoet. De stelling van X dat controle van de omzet mogelijk is aan de hand van de kassa-afslagen wordt verworpen. De inspecteur stelt namelijk onbetwist dat er geen aantekeningen zijn van de dagelijkse begin- en eindvoorraden. Uit de jurisprudentie volgt weliswaar niet dat de verkoopstaten per shift moeten worden bijgehouden, maar op het moment dat dergelijke vastleggingen zijn gemaakt, dan moeten deze worden bewaard. Dat X voor het overige slechts niet onderbouwde stellingen heeft betrokken, blijft voor zijn rekening. Het beroep van X is ongegrond.

Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 6 februari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen