Rechtbank Gelderland oordeelt dat de heer X niet aantoont dat hij pas vanaf een later moment dan 26 januari 2016 met de auto gebruik heeft gemaakt heeft van de Nederlandse weg.

Belanghebbende, de heer X, wordt op 15 september 2016 als bestuurder aangetroffen in een Volkswagen Golf met Frans kenteken. De auto is van zijn vriendin met wie hij samenwoont. In geschil is de hoogte van de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting, alsmede de 100% boete. Na bezwaar is de naheffing beperkt tot de periode 26 januari 2016 tot en met 14 september 2016, omdat X pas sinds 26 januari 2016 een rijbewijs heeft. De aanslag en de boete zijn aldus verminderd tot € 791. X stelt dat zijn vriendin pas op 20 mei 2016 bij hem is ingetrokken en dat zij voor die tijd meestal in Frankrijk verbleef.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X niet aantoont dat hij pas vanaf een later moment dan 26 januari 2016 met de auto gebruik heeft gemaakt heeft van de Nederlandse weg. X stelt vergeefs dat de eerdere officiële inschrijving van zijn vriendin in Nederland primair was bedoeld om een burgerservicenummer te krijgen. De naheffing is dus terecht. De boete wordt verlaagd tot € 395, aangezien de inspecteur geen andere feiten of omstandigheden aannemelijk heeft gemaakt waaruit is op te maken dat X met de auto ook voor 20 mei 2016 gebruik heeft gemaakt van de Nederlandse weg. Het beroep van X is deels gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 34

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 13

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 7

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 11 januari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen