Hof Den Haag oordeelt dat X met haar Europese gehandicaptenparkeerkaart niet gratis kon parkeren in de gemeente Den Haag. 

X beschikt over een Europese gehandicaptenparkeerkaart. In geschil zijn drie naheffingsaanslagen parkeerbelasting die de heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag haar heeft opgelegd.

Hof Den Haag oordeelt dat X met haar Europese gehandicaptenparkeerkaart niet gratis kon parkeren in de gemeente Den Haag op een betaaldparkerenplaats. De gehandicaptenparkeerkaart van X is niet aan te merken als een vergunning waarvoor parkeervergunningbelasting is betaald. Reeds om die reden bevrijdt de aanwezigheid van deze parkeerkaart in een auto de parkeerder niet van de verplichting om betaaldparkerenbelasting te voldoen voor het parkeren van de auto op een betaaldparkerenplaats. De vrijstelling in de verordening parkeerbelasting is niet van toepassing op X die met een gehandicaptenparkeerkaart, niet zijnde een vergunning waarvoor parkeervergunningbelasting is betaald, heeft geparkeerd op een betaaldparkerenplaats, niet zijnde een algemene gehandicaptenparkeerplaats. Het hof acht de heffing van parkeerbelasting in dit geval niet in strijd met Europees recht of het gelijkheidsbeginsel als algemeen rechtsbeginsel. Het hof is verder van oordeel dat de gemeente de wijziging voor het parkeren met een gehandicaptenparkeerkaart voldoende onder de aandacht van de betrokkenen heeft gebracht. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 31 oktober

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen