X verzorgt in 2013 haar autistische en verstandelijk beperkte zoon A binnen de vertrouwde omgeving in huis. Voor A is een PGB aangevraagd en toegekend van € 48.314,94, waarvan X als zorgverlener € 38.570 ontvangt. In de aangifte IB 2013 geeft X een resultaat uit overige werkzaamheden van € 29.800 aan en brengt daarop een gelijk bedrag aan kosten in mindering. De inspecteur corrigeert de aangifte met een resultaat uit overige werkzaamheden van € 35.593 (€ 38.570 minus € 2.977 aan kostenaftrek). X gaat van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep en stelt dat haar inkomen € 5.125,72 lager is omdat A dat bedrag moest terugbetalen aan het Zorgkantoor. Het bedrag is in september 2014 van de betaalrekening van X afgeschreven.
Hof ‘'s-Hertogenbosch oordeelt anders dan X voor ogen heeft. A moet van het in 2013 ontvangen PGB een bedrag van € 5.125,72 terugbetalen aan het Zorgkantoor, omdat het PGB niet correct is verantwoord. Voor zover dit bedrag al is toe te rekenen aan 2013, is dit niet aan te merken als een terugbetalingsverplichting van X zelf en is het alleen al daarom niet aftrekbaar van haar resultaat uit overige werkzaamheden. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 26 juni