Rechtbank Oost-Brabant stelt dat de heffingsambtenaar op 1 januari 2017 niet kon voorzien dat er strengere reductienormen voor de ammoniakuitstoot zouden komen.

Belanghebbende, X, is eigenaar en gebruiker van een onroerende zaak dat bestaat uit een agrarisch bedrijf met een woning. Verder behoort tot het object een aantal percelen met een totale oppervlakte van 260.750 m². In geschil is de WOZ-waarde met waardepeildatum 1 januari 2017. X geeft aan dat er bij de waardebepaling onvoldoende rekening is gehouden met de marktsituatie. Rechtbank Oost-Brabant stelt dat de heffingsambtenaar op 1 januari 2017 niet kon voorzien dat er strengere reductienormen voor de ammoniakuitstoot zouden komen. X heeft dit argument niet verder onderbouwd en deze beroepsgrond slaagt ook niet. Op 8 juli 2017 is er een wijziging geweest in de verordening natuurbescherming Noord-Brabant waarin wordt besloten dat agrariërs binnen vijf jaar hun oude stallen moeten aanpassen om de ammoniakuitstoot terug te dringen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de heffingsambtenaar met de overlegging van de taxatiekaart en de gegeven toelichting de WOZ-waarde voldoende aannemelijk gemaakt.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 18

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 26 juni

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen