De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur slechts eenmaal een IB-aanslag 2009 heeft vastgesteld. Hiervan zijn echter twee aanslagbiljetten opgemaakt, met een verschillende dagtekening. Het aanslagbiljet van 23 januari 2014 is tijdig vastgesteld.

De inspecteur constateert dat het geautomatiseerde systeem van de Belastingdienst een IB-aanslagbiljet voor het jaar 2009 voortbrengt met als dagtekening 12 februari 2014. Omdat de aanslagtermijn dan is verlopen, legt hij ook een aanslag op met een dagtekening binnen de aanslagtermijn. Dit aanslagbiljet wordt met dagtekening 23 januari 2014 naar zowel X als zijn gemachtigde verzonden. Afgezien van de dagtekening zijn de gegevens op beide aanslagbiljetten identiek. X gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur slechts eenmaal een IB-aanslag 2009 heeft vastgesteld. Hiervan zijn echter twee aanslagbiljetten opgemaakt, met een verschillende dagtekening. Volgens de Hoge Raad is het aanslagbiljet van 23 januari 2014 tijdig vastgesteld. Het is namelijk voor het einde van de termijn ter post bezorgd en de dagtekening ervan is gelegen voor het einde van de termijn.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 28 oktober

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen