Rechtbank Leeuwarden overweegt dat de navorderingsaanslagen vanwege verzwegen Van Lanschot- bankrekeningen voldoende voortvarend zijn opgelegd maar vermindert de boeten vanwege overschrijding van de redelijke termijn.
Aan X zijn navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en vermogensbelasting opgelegd met boetes van 50%. De dagtekening van de aanslagen is 19 december 2007. De navorderingsaanslagen zijn opgelegd nadat X op 9 maart 2007, naar aanleiding van vragen van de inspecteur, heeft verklaard dat hij twee buitenlandse bankrekeningen bij de bank Van Lanschot Bankiers in Luxemburg heeft aangehouden. X komt in beroep.Rechtbank Leeuwaren is het niet eens met X dat de navorderingsaanslagen onvoldoende voortvarend zijn opgelegd. Tussen het moment dat de informatie via België bij de FIOD/ECD binnenkwam en het moment dat voor het eerst contact met X werd opgenomen door hem op 7 maart 2007 een vragenbrief te sturen, is ongeveer twee jaar verstreken. Gelet op de uitgevoerde werkzaamheden en de daarbij nagestreefde zorgvuldigheid acht de rechtbank de met het identificatieproces gemoeide tijd van ongeveer twee jaar daarvoor niet onredelijk lang. De tijd die gepaard is gegaan met het inwinnen van gegevens bij X en het verwerken daarvan acht de rechtbank niet disproportioneel. De boeten van 50% zijn passend en geboden maar worden wel met 20% gematigd vanwege overschrijding van de redelijke termijn. Het beroep tegen de navorderingsaanslagen is ongegrond maar tegen de boetebeschikkingen gegrond.
0