Rechtbank Leeuwarden overweegt dat een aantal navorderingsaanslagen vanwege verzwegen Van Lanschot- bankrekeningen niet voldoende voortvarend zijn opgelegd. Deze aanslagen worden vernietigd.
Aan X zijn (navorderings)aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en vermogensbelasting opgelegd. De dagtekening van de aanslagen is 19 december 2007. De navorderingsaanslagen zijn opgelegd omdat volgens de inspecteur uit hem ter beschikking staande informatie blijkt dat X of zijn echtgenote over een verzwegen bankrekening bij de bank Van Lanschot Bankiers in Luxemburg beschikt. X en zijn echtgenote ontkennen dit. Volgens de inspecteur heeft X niet aan de informatieverplichting van art. 47 AWR voldaan en is hij genoodzaakt om bij het opleggen van de aanslagen van geschatte bedragen uit te gaan. X is in 2007 overleden. Zijn echtgenote, eiseres, komt in beroep.Rechtbank Leeuwaren is het niet eens met eiseres dat alle navorderingsaanslagen onvoldoende voortvarend zijn opgelegd. Tussen het moment dat de informatie via België bij de FIOD/ECD binnenkwam en het moment dat voor het eerst contact met X werd opgenomen door hem op 7 maart 2007 een vragenbrief te sturen, is ongeveer twee jaar verstreken. Gelet op de uitgevoerde werkzaamheden en de daarbij nagestreefde zorgvuldigheid acht de rechtbank de met het identificatieproces gemoeide tijd van ongeveer twee jaar daarvoor niet onredelijk lang. De tijd die gepaard is gegaan met het doen van pogingen X of eiseres te bewegen alsnog informatie te verstrekken en het vervolgens schattenderwijs vaststellen van de verschuldigde belasting acht de rechtbank niet disproportioneel. De navorderingsaanslagen berusten op een redelijke schatting. Een aantal navorderingsaanslagen is echter niet voortvarend genoeg opgelegd. Volgens de rechtbank ontbrak de noodzaak de vaststelling van de desbetreffende navorderingen aan te houden. Deze navorderingsaanslagen worden vernietigd. In zoverre is het beroep gegrond.
0