Rechtbank Leeuwarden overweegt dat één van de navorderingsaanslagen vanwege verzwegen Van Lanschot- bankrekeningen onvoldoende voortvarend is opgelegd. De boeten behorende bij de overige navorderingsaanslagen worden gematigd vanwege overschrijding van de redelijke termijn.
Aan belanghebbende X zijn (navorderings)aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd met boeten. De navorderingsaanslag over 2002 is gedateerd op 20 december 2007 en de dagtekening van de navorderingsaanslagen over 2001, 2003 en 2004 zijn gedateerd op 25 november 2008. De aanslag betreffende het jaar 2005 is gedateerd 31 december 2008. De (navorderings)aanslagen zijn opgelegd nadat X op 9 maart 2007, naar aanleiding van vragen van de inspecteur, heeft ontkend dat zij of haar echtgenoot buitenlandse bankrekeningen bij de bank Van Lanschot Bankiers in Luxemburg heeft aangehouden. X komt in beroep.Rechtbank Leeuwarden overweegt dat voor de jaren 2002, 2003 en 2004 waarvoor de inspecteur onder toepassing van de in art. 16, derde lid, AWR vermelde termijn navorderingsaanslagen heeft opgelegd, dat voor deze jaren niet getoetst moet worden aan het communautaire evenredigheidsbeginsel. Deze aanslagen zijn op een redelijke schatting gebaseerd en worden gehandhaafd. De navorderingsaanslag over het jaar 2001, opgelegd met gebruikmaking van de verlengde navorderingstermijn, is niet voortvarend genoeg opgelegd en wordt vernietigd. De definitieve aanslag over het jaar 2005 is binnen de wettelijke aanslagtermijn opgelegd. De boeten worden met 20% gematigd vanwege overschrijding van de redelijke termijn.

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Leeuwarden

Editie: 5 september

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen