Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de rangorderegeling van art. 2.14 Wet IB 2001 ook van toepassing is bij omkering en verzwaring van de bewijslast, zodat eerst de vraag moet worden beantwoord of mevrouw X IB-ondernemer is.
Belanghebbende, mevrouw X, heeft een Wajong-uitkering en exploiteert vanaf 2013 in vof-verband met haar vader een ambulante (naai)fourniturenhandel. In geschil is de ambtshalve opgelegde IB-aanslag over 2014 c.q. het verzoek om ambtshalve vermindering. De inspecteur schat de inkomsten van X uit de vof op € 3.665, als zijnde resultaat uit overige werkzaamheden. Volgens de inspecteur hoeft hij – vanwege de niet in geschil zijnde omkering en verzwaring van de bewijslast – alleen aannemelijk te maken dat er een bron van inkomen is en dat in het midden kan blijven welke bron het is. Aangezien de vof twee auto's in eigendom heeft, is ook een bijtelling privé-gebruik aan X opgelegd.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de rangorderegeling van art. 2.14 Wet IB 2001 ook van toepassing is bij omkering van het bewijs, zodat eerst de vraag moet worden beantwoord of X IB-ondernemer is. X geniet als vennoot winst uit onderneming. Het maakt niet uit dat zij vooral vanwege de vergunningen vennote is geworden. De bijtelling privé-gebruik auto is niet terecht, aangezien X geen rijbewijs heeft. Volgens de winst- en verliesrekening is de netto-winst van de vof € 948, zodat deze bij gebreke van een schriftelijk vastgelegde winstverdeling geheel aan X mag worden toegerekend. Het maakt niet uit dat deze winst niet door X is opgenomen. X voldoet aan het urencriterium, zodat door de verhoogde startersaftrek wegens arbeidsongeschiktheid haar belaste winst nihil is. De verzuimboete van € 344 wordt voorts verlaagd naar € 150. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 65a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Wet inkomstenbelasting 2001 3.78a
Wet inkomstenbelasting 2001 3.20
Wet inkomstenbelasting 2001 3.5
Wet inkomstenbelasting 2001 2.14
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 7 mei