Rechtbank Gelderland oordeelt dat het pand een bezitting in box 3 is en geen ter beschikking gesteld vermogensbestanddeel. De verdeling van de huurpenningen van 85-15% tussen de aandeelhouder en zijn BV past bij de situatie waarbij de BV als bemiddelaar optreedt.
Belanghebbende, X, is de echtgenote van de enig aandeelhouder van een BV. In 2009 levert de BV een pand in verhuurde staat aan de echtgenoot. In haar aangiftes IB/PVV 2013, 2014 en 2015 geeft X het pand op als ter beschikking gesteld vermogensbestanddeel. Echter, volgens de inspecteur fungeert de BV als intermediair. In geschil is of de aanslagen terecht en tot de juiste bedragen zijn opgelegd. Meer in het bijzonder is in geschil of verweerder terecht het pand als bezitting in box 3 in aanmerking neemt.
De rechtbank oordeelt dat het pand voor rekening en risico van de echtgenoot wordt geëxploiteerd, aangezien uit geen enkele stukken blijkt dat hij het pand aan de BV verhuurt. Bovendien past de verdeling van de huurpenningen van 85-15% tussen de echtgenoot en de BV bij de situatie waarbij de BV als bemiddelaar optreedt. Vanwege te hoge correcties, zijn de beroepen van belanghebbende gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.92
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 13 april
Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief