Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het aanbod van dj's in de danceclub vergelijkbaar is met het aanbod op een danceparty. Daarom is sprake van muziekuitvoeringen waarvoor het verlaagde BTW-tarief geldt.

X exploiteert een danceclub. De bezoekers van de danceclub betalen via de voorverkoop of aan de deur een kaartje om toegang te krijgen tot de danceclub. Voor het gebruik van de garderobe moet de bezoeker afzonderlijk betalen. Veel van de optredende dj's nemen andere uitvoerders mee, zoals mc's, vj's, lightjockeys en dansers. De dj's zijn bekend in de dancescene. Naast deze dj's draaien ook dj's van een radiostation in de danceclub. Ook treedt af en toe een landelijk bekende zanger of rapper op en worden thema-avonden georganiseerd.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt op basis van de foto's op de website van X, de agenda met optredens en de uitvoerige toelichting tijdens de zitting dat de optredens die de danceclub aanbiedt, vergelijkbaar zijn met het aanbod op een danceparty. Het artistieke niveau, de naamsbekendheid en de professionaliteit van de optredende artiesten is niet van belang.

In tegenstelling tot Rechtbank Gelderland oordeelt het hof dat het verlaagde BTW-tarief van toepassing is op alle entreegelden. De garderobe is een bijkomende prestatie, zodat de garderobegelden ook zijn belast tegen het verlaagde BTW-tarief.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 I

Wet op de omzetbelasting 1968 20

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 24 november

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen