Het Italiaanse Société Fonderie 2A vervaardigt metalen onderdelen. In 2001 verkoopt zij onderdelen aan het Franse Atral. Omdat de metalen onderdelen nog gelakt moeten worden, verzendt Fonderie de onderdelen naar het Franse Saunier-Plumaz. Nadat zij de onderdelen heeft gelakt, verzendt Saunier-Plumaz de onderdelen naar Atral. Fonderie verzoekt in Frankrijk om teruggaaf van de btw die Saunier-Plumaz haar in rekening heeft gebracht. De Franse fiscus stelt echter dat Fonderie belastbare handelingen in Frankrijk heeft verricht: het verzenden van de gelakte metalen onderdelen van Saunier-Plumaz naar Atral. Volgens de Franse fiscus had Fonderie in Frankrijk een btw-aangifte moeten indienen waarin zij de belastbare levering van goederen in Frankrijk had moeten aangeven. Van de op grond daarvan te betalen btw had Fonderie dan slechts het bedrag van haar recht op aftrek van voorbelasting in mindering kunnen brengen. De Franse rechter heeft een prejudiciële vraag in deze zaak gesteld.
Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat de levering van de metalen onderdelen in casu in Frankrijk plaats vindt. Het HvJ EU wijst er hierbij op dat de afgewerkte goederen zich op het tijdstip van de aanvang van de verzending naar Atral al in Frankrijk bevinden. Verder acht het HvJ EU van belang dat Fonderie de macht om als een eigenaar over deze goederen te beschikken niet aan Saunier-Plumaz heeft overgedragen. Volgens het HvJ EU is de verzending naar Saunier-Plumaz uitsluitend bedoeld om de betrokken goederen in overeenstemming te brengen met de contractuele verplichtingen van Fonderie. Vervolgens worden de goederen dan naar de afnemer verzonden.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 3 oktober