De geheimhoudingskamer van de Rechtbank Oost-Brabant overweegt dat er geen gewichtige reden is in de zin van art. 8:29 Awb om een uitzondering te maken op de hoofdregel dat alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan de wederpartij en rechter dienen te worden overgelegd.
Belanghebbende komt op tegen de WOZ-waarde van zijn woning. Na het onderzoek ter zitting in beroep dient de heffingsambtenaar bij de rechtbank een nadere schriftelijke toelichting met zeven bijlagen in. Onder verwijzing naar art. 8:29 Awb deelt de heffingsambtenaar mee dat uitsluitend de bestuursrechter kennis mag nemen van bijlage 6: “marktgegevens ter onderbouwing van de indexcijfers”. Zou belanghebbende deze cijfers krijgen dan zou dit leiden tot “catastrofale gevolgen voor de uitvoering van de belastingtaak”. Daarnaast wil de heffingsambtenaar de rechter erop wijzen dat hij jaarlijks € 500.000 betaalt voor de marktgegevens uit het Kadaster en zelf € 300.000 investeert om de marktgegevens te analyseren.
De geheimhoudingskamer van de Rechtbank Oost-Brabant overweegt dat er geen gewichtige reden is in de zin van art. 8:29 Awb om een uitzondering te maken op de hoofdregel dat alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan de wederpartij en rechter dienen te worden overgelegd. Welke catastrofale gevolgen het verstrekken van de bijlage heeft, is niet concreet gemaakt. Welk conflict met het Kadaster zou ontstaan en waarom dit een gewichtige reden is, wordt ook niet duidelijk. Bij tussenuitspraak overweegt de geheimhoudingskamer dat de stukken niet onder art 8:29 Awb vallen. Daarnaast krijgt de heffingsambtenaar een reprimande voor zijn tonatie in de schriftelijke reacties aan de rechtbank. De Rechtbank overweegt dat uit de reacties van de heffingsambtenaar “bepaald geen goed ontwikkeld gevoel voor verhoudingen” blijkt.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:24
Algemene wet bestuursrecht 8:29
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 8 maart
Focus: Focus
Carrousel: Carrousel