Belanghebbenden zijn eigenaar van een woning in Dronten. In bezwaar voeren zij aan dat de vastgestelde WOZ-waarde 2015 van € 185.000 te laag is. De heffingsambtenaar verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk omdat verhoging van de WOZ-waarde in bezwaar niet mogelijk is. De heffingsambtenaar erkent dat de WOZ-waarde iets te laag is (had € 188.000 moeten zijn), maar aan de voorwaarden voor het herzien van de waarde op grond van art. 27 Wet WOZ is niet voldaan.
Rechtbank Overijssel oordeelt dat een koper of een woningeigenaar in het kader van een financieringsaanvraag ook na de wijzing van de Wet WOZ per 1 oktober 2015 niet kan verzoeken om een hogere WOZ-waarde. Het verkrijgen van financiering voor een woning is naar het oordeel van de rechtbank niet een belang is als bedoeld in art. 28 lid 1 van de Wet WOZ, omdat dit belang geen verband houdt met de doorwerking van een wettelijk voorschrift. Voor het overige hebben belanghebbende niet gesteld en aangetoond dat de door hen bestreden WOZ-waarde op grond van een wettelijk voorschrift wordt gebruikt, waardoor zij in hun belang kunnen worden geraakt. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar het bezwaar van belanghebbenden terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het beroep van belanghebbenden is ongegrond.
Lees ook het thema over de WOZ.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 28
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Overijssel
Editie: 4 april