Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat geen objectieve voordeelsverwachting aanwezig is. De activiteiten van D kunnen niet worden aangemerkt als een bron van inkomen. De rechtbank wijst daarbij op de gerealiseerde omzet in de jaren 2009 -2018 en de in die jaren geleden verliezen.

Naast zijn fulltime dienstbetrekking bij een baggerbedrijf, is belanghebbende, X, ook firmant van vof D. De activiteiten van D bestaan uit staandwantvisserij. In de jaren 2009-2018 realiseert D een omzet van totaal € 37.000. Hiervan ziet € 25.000 op incidentele baten, zoals de verkoop van een boot en een vislicentie. In die jaren is een verlies geleden van € 218.000. De inspecteur accepteert het verlies over de jaren 2014 en 2015 niet, omdat er volgens hem geen sprake is van een bron van inkomen.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat geen objectieve voordeelsverwachting aanwezig is. De activiteiten van D kunnen niet worden aangemerkt als een bron van inkomen. De rechtbank wijst daarbij op de gerealiseerde omzet in de jaren 2009-2018 en de in die jaren geleden verliezen. De verklaring van X, dat dit structurele verlies louter is te wijten aan de economische crisis, de gewijzigde EU-wetgeving op het gebied van visserij en door brand verloren gegane materialen, is niet toereikend. Wanneer negen jaren lang verlies wordt geleden, wijst dat op het ontbreken van een objectieve voordeelsverwachting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Wet inkomstenbelasting 2001 3.4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 7 augustus

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen