In 2008 meldt de Griekse douane aan de Duitse douane dat zich onregelmatigheden hebben voorgedaan in de regeling extern communautair douanevervoer bij het vervoer van goederen door de lucht. Het betreft goederen uit Israël, Mexico en de Verenigde Staten met geadresseerden in Griekenland bij zendingen van Federal Express Corporation Deutsche Niederlassung. De Duitse douane legt vervolgens aanslagen aan op Fedex omdat er op grond van art. 202 en 203 CDW een douaneschuld was ontstaan. Tevens wordt btw bij invoer geheven van Fedex. Fedex vordert vervolgens terugbetaling van de btw, omdat er volgens haar sprake is van dubbele belastingheffing.
Advocaat-generaal Campos Sánchez-Bordona concludeert dat voor de invoer van een goed is vereist dat het goed in het economische circuit van de EU moet terecht komen. Hierbij moet dan worden vermoed dat het goed in het economische circuit van de EU is terechtgekomen in de lidstaat waar het is onttrokken aan een van de in art. 61 eerste alinea EG-richtlijn 2006/112 vermelde regelingen. Vervolgens onderzoekt de A-G nog onder welke omstandigheden de nationale rechter het vermoeden dat het goed in het economische circuit van de EU is terechtgekomen als weerlegd kan beschouwen.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)
Editie: 1 maart