A houdt de aandelen in meer dan 100 vennootschappen. A houdt onder andere de aandelen in belanghebbende, X bv. X bv verhuurt en handelt in onroerend goed. Naar aanleiding van een onderzoek corrigeert de inspecteur de btw-aangifte over 2003. Hij legt vervolgens, met dagtekening 31 december 2008, een naheffingsaanslag op aan X bv. X bv stelt dat de naheffingsaanslag buiten de termijn is opgelegd.
Hof 's-Hertogenbosch (MK I, 29 augustus 2014, 12/00517, V-N 2014/58.2.1) oordeelt dat er geen reden is om er aan te twijfelen dat het voor X bv bestemde aanslagbiljet vóór ultimo 2008 is verzonden. Verder overweegt het hof dat X bv niet heeft aangegeven op welke datum precies zij het aanslagbiljet heeft ontvangen. Volgens het hof is dan niet aannemelijk dat de btw-naheffingsaanslag 2003 niet tijdig is opgelegd.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 20
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting
Instantie: Hoge Raad
Editie: 28 januari