X bv koopt een uit Duitsland afkomstige Audi R8 Spyder 5.2 FSI Quattro met schade. Volgens de BPM-aangifte is de handelsinkoopwaarde € 59.721, zijnde de waarde in onbeschadigde staat van € 98.254 minus de schade van € 38.533. X bv voldoet € 16.463 aan BPM. In geschil is of de inspecteur vervolgens terecht een naheffingsaanslag van € 7.636 heeft opgelegd. X bv stelt dat de inspecteur de op de zaak betrekking hebbende stukken en het verweerschrift te laat bij de rechtbank heeft ingediend.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de stukken niet dusdanig laat zijn ingediend dat X bv daarvan redelijkerwijs geen kennis heeft kunnen nemen. Door het indienen op de tiende dag voor de zitting is weliswaar niet de termijn van art. 8:58 Awb in acht genomen, maar de stukken waren vrijwel volledig al bekend bij X bv en deels ook van haar afkomstig. De goede procesorde is dus niet geschonden. Uitgaande van de waarde in onbeschadigde staat van € 111.217 wordt de naheffing verlaagd tot € 3.492. Het beroep van X bv is deels gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Algemene wet bestuursrecht 8:58
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 17 maart