Hof Den Haag oordeelt na verwijzing dat X niet vrijwillig is ingekeerd omdat het vermoeden gerechtvaardigd is dat X door de UBS Bank op de hoogte is gesteld van het groepsverzoek van het Central Liaison Office aan Zwitserland van juli 2015.
Belanghebbende, X, heeft bankrekeningen bij de UBS Bank in Zwitserland gedurende een lange reeks van jaren voor de Belastingdienst verzwegen. X keert in oktober 2015 in. Na verwijzing door de Hoge Raad (HR 23 maart 2023, V-N 2023/15.17) is alleen nog in geschil of de aan X opgelegde boetes moeten worden vernietigd omdat sprake is van vrijwillige inkeer.
Hof Den Haag oordeelt na verwijzing dat X niet vrijwillig is ingekeerd omdat het vermoeden gerechtvaardigd is dat X door de UBS Bank op de hoogte is gesteld van het groepsverzoek van Central Liaison Office aan Zwitserland van juli 2015. Dit groepsverzoek had ook op de rekeningen van X betrekking. X kon ten tijde van de inkeer redelijkerwijs verwachten dat de inspecteur op de hoogte zou komen van de rekeningen, zelfs als hij de brief van UBS niet zou hebben ontvangen. Het groepsverzoek is gepubliceerd in het Bundesblatt en in de Nederlandse media is op 27 september 2015 uitgebreid aandacht besteed aan het groepsverzoek. De vergrijpboetes van 40% respectievelijk 100% zijn passend en geboden. De rechtbank heeft de boetes terecht met 15% verminderd wegens overschrijding redelijke termijn, het hof ziet geen reden voor een verdere matiging.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67n
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Instantie: Hof Den Haag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 8 november
Informatiesoort: VN Vandaag