Belanghebbende, X, is eigenaar van een onroerende zaak in de gemeente Uithoorn. X stelt dat de onroerende zaak, op grond van een landkaart uit de legger van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, zich bevindt in de zogenoemde kernzone, de binnenbeschermingszone en de buitenbeschermingszone van een waterverdedigingswerk. Het waterschap mag in al die zones onderhoudswerkzaamheden verrichten en aan hem een verbod tot het verrichten van bepaalde werkzaamheden opleggen, aldus belanghebbende. Daarom is volgens X de waarderingsuitzondering voor waterverdedigingswerken van toepassing.
Advocaat-generaal IJzerman is van mening dat de waarderingsuitzondering voor waterverdedigingswerken niet van toepassing is op de onroerende zaak van X. De A-G merkt allereerst op dat de Hoge Raad geoordeeld heeft dat alleen een dijklichaam zelf een waterverdedigingswerk is (HR 10 november 2017, V-N 2017/55.22). Op grond hiervan faalt belanghebbendes eerste klacht waarin hij betoogt dat de onroerende zaak deel uitmaakt van een waterverdedigingswerk. Ten aanzien van de tweede en derde klacht, die betrekking hebben op de ruime uitleg van het zogenoemde beheerscriterium, verwijst de A-G naar een ander arrest van de Hoge Raad waaruit volgt dat het vereiste van ‘beheer' zich uitstrekt tot dat deel van het waterverdedigingswerk waaraan de publiekrechtelijke rechtspersoon zorg besteedt in de zin van regelgeving, handhaving, onderhoud en verbetering (HR 4 maart 2016, V-N 2016/16.17). Het gaat dus in belangrijke mate om het feitelijk besteden van zorg. Gelet hierop meent de A-G dat ook deze twee klachten niet tot cassatie kunnen leiden en concludeert dat het beroep in cassatie van X ongegrond dient te worden verklaard.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken 2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)