Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur geen ambtelijk verzuim heeft begaan. Bij het opleggen van de VPB-aanslag 2004 is hij namelijk uitgegaan van de over het jaar 2000 opgelegde aanslag, waarbij vorming van de HIR niet was geaccepteerd.

X bv doteert in 2000 € 404.751 aan een HIR. De inspecteur staat de dotatie niet toe. X bv maakt daarop bezwaar. Op dit bezwaar volgt geen uitspraak. Over 2004 legt de inspecteur ambtshalve een aanslag op. In haar, als bezwaar, ingediende VPB-aangifte 2004 laat X bv de HIR vrijvallen. De inspecteur verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk en handhaaft de aanslag. Naar aanleiding van overleg over de HIR doet de inspecteur in 2008 uitspraak op bezwaar tegen de VPB-aanslag 2000. Hij staat de dotatie alsnog toe. Vervolgens vraagt de inspecteur de VPB-aangifte 2004 op, en legt naar aanleiding daarvan een VPB-navorderingsaanslag 2004 op, waarbij hij de HIR laat vrijvallen. De inspecteur merkt daarbij op dat hij de aangifte niet eerder dan in 2008 heeft ontvangen. X bv stelt dat de inspecteur niet over het vereiste nieuwe feit beschikt. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat er geen sprake is van een nieuw feit, en vernietigt de navorderingsaanslag. Volgens de rechtbank was de inspecteur er ten tijde van het opleggen van de VPB-aanslag 2004 mee bekend dat X bv in 2000 aan de HIR had gedoteerd en dat deze dan in 2004 moest vrijvallen. In hoger beroep stelt X bv dat er sprake is van een ambtelijk verzuim.

Hof Amsterdam oordeelt dat het in 2008 ingezonden aangiftebiljet VPB 2004 als nieuw feit moet worden aangemerkt. Verder stelt het hof vast dat de inspecteur geen ambtelijk verzuim heeft begaan. Volgens het hof kan het de inspecteur namelijk niet worden aangerekend dat hij de primitieve aanslag 2004 heeft opgelegd op basis van de aanslagregeling op dat moment: in overeenstemming met de over het jaar 2000 opgelegde aanslag waarbij vorming van de HIR niet was geaccepteerd. Het Hof merkt vervolgens nog op dat het onhandig was van de inspecteur dat hij de primitieve aanslag voor het jaar 2004 heeft opgelegd alvorens uitspraak op bezwaar inzake het jaar 2000 te doen. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.54

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 19 augustus

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen