Aan X zijn (navorderings)aanslagen IB/PVV en vermogensbelasting opgelegd. Deze aanslagen zijn gebaseerd op informatie die de Belastingdienst heeft ontvangen van een tipgever.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de weigering van de Belastingdienst en het Ministerie van Financiën om de identiteit van de tipgever te verstrekken aan de geheimhoudingskamer in strijd is met art. 6 EVRM. Door de identiteit van de tipgever geheim te houden voor de geheimhoudingskamer zet de Belastingdienst de belastingrechter buiten spel. De door de Belastingdienst opgegeven redenen om de identiteit van de tipgever geheim te mogen houden moeten (door de geheimhoudingskamer) kunnen worden getoetst. De leiding van de Belastingdienst en het Ministerie van Financiën hebben beslist de identiteit van de tipgever niet bekend te maken aan de belastingrechter. Daardoor kan de geheimhoudingskamer de tipgever niet horen over de vraag of de tipgever gevaar loopt als hij of zij als getuige wordt gehoord. De geheimhoudingskamer kan daarom niet verifiëren of de tipgever inderdaad gevaar loopt. Op deze manier wordt door de leiding van de Belastingdienst en het Ministerie van Financiën de identiteit van de tipgever buiten elke rechterlijke toetsing om geheim gehouden. Dit is in strijd met het in art. 6 van het EVRM verankerde recht op gelijke proceskansen en het daarmee verbonden recht op openbaarmaking van bewijs. In de strafzaak van X heeft de strafrechter het OM inmiddels bevolen de identiteit van de tipgever te openbaren aan de strafrechter en X.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet bestuursrecht 8:42
Algemene wet bestuursrecht 8:29
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 27 november