Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in navolging van Rechtbank Zutphen dat de cultuurgrondvrijstelling van toepassing is op het laten begrazen van weilanden door pony's. 

X houdt zich bezig met het bedrijfsmatig (op)fokken van pony's. In geschil is of twee weilanden die X hiervoor in gebruik heeft, aan te merken zijn als ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond. Is dit het geval, dan delen deze weilanden in de cultuurgrondvrijstelling en is de WOZ-waarde ervan nihil.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in navolging van Rechtbank Zutphen dat de cultuurgrondvrijstelling van toepassing is op het laten begrazen van weilanden door pony's. Het hof verwijst naar jurisprudentie van de Pachtkamer van het hof waarin is beslist dat een veehouderij die als doel heeft uitsluitend het met vee te fokken (het betrof in die zaak een paardenfokkerij) landbouw oplevert in de zin van art. 1 lid 1 onderdeel b van de Pachtwet (Hof Arnhem 24 februari 1964, P. 1964, 237). Verder is beslist dat het weiden van pony's landbouw is in de zin van datzelfde artikel (Hof Arnhem 11 november 1963, NJ 1964, 257). Verder is terecht niet in geschil dat het maaien van weilanden om hooi (als veevoer) te verkrijgen eveneens landbouw (weidebouw) is in de zin van art. 7:312, van het BW, zodat dit gebruik van de weilanden niet kan afdoen aan voormeld oordeel. Het hoger beroep van de gemeente faalt op grond van het voorgaande.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken 2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 5 juni

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen