De bepalingen uit de Mijnbouwwet over het verwijderen en hergebruiken van mijnbouwinfrastructuur en de in dat kader te stellen financiële zekerheden worden verduidelijkt, geactualiseerd en aangevuld. Dat blijkt uit een wetsvoorstel dat de Minister van Economische Zaken en Klimaat bij de Tweede Kamer heeft ingediend.

Voldoende waarborgen zijn nodig om zeker te stellen dat mijnbouwbedrijven over de nodige financiële middelen beschikken om de infrastructuur te kunnen verwijderen.

Om te voorkomen dat door gebrek aan economisch perspectief, met name op het Nederlands deel van het continentaal plat maar ook op het Nederlands territoir, de olie- en gasinfrastructuur voortijdig wordt ontmanteld en verwijderd en dan dus ook niet meer kan worden ingezet voor vormen van duurzame energie, moet het investeringsklimaat voldoende prikkels bieden aan mijnbouwondernemingen om tot opsporing en winning van de resterende reserves over te gaan.

Om een te snelle afname van de opsporing en winning van de resterende gas- en oliereserves af te remmen, bevat dit wetsvoorstel een verbetering van de bestaande regeling voor stimulering van mijnbouwactiviteiten, zoals die nu nog geldt voor het Nederlands deel van het continentaal plat.

Het wetsvoorstel treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Regelgevende instantie: Staten-Generaal

Editie: 15 juni

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen