Belanghebbende, X, is als Rijnvarende werkzaam op motortankschip A. Het schip is eigendom van B. Voor het schip zijn door de bevoegde Nederlandse autoriteiten een Rijnvaartverklaring en een certificaat afgegeven. C vof is daarbij als exploitant vermeld. In 2011 staat X op de loonlijst van het Luxemburgse E S.A. In geschil is of X in 2011 in Nederland verzekerd en premieplichtig is voor de volksverzekeringen en of hij recht heeft op voorkoming van dubbele premieheffing. X stelt onder andere dat de afgegeven Rijnvaartverklaring ongeldig is en dat het schip niet mede is gebruikt voor de Rijnvaart.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat hij in 2011 niet in Nederland verzekerd en premieplichtig voor de volksverzekeringen is. De rechtbank overweegt daarbij dat de afgegeven Rijnvaartverklaring ook in 2011 nog geldig is. Dat B niet langer de eigenaar van het schip is, is niet van belang. Het is namelijk de verantwoordelijkheid van de eigenaar of de exploitant om een wijziging van het eigendom te melden. Als dit niet gebeurt, blijft de Rijnvaartverklaring geldig. Verder is ook niet van belang dat diverse nieuwe certificaten in de loop der jaren zijn afgegeven, omdat het certificaat meer op nautisch-technische aspecten ziet. X is dan ook aan te merken als Rijnvarende op wie de Nederlandse wetgeving van toepassing is. Ten aanzien van de door X betaalde Luxemburgse premie volksverzekeringen merkt de rechtbank nog op dat het op de weg van X ligt om de ten onrechte afgedragen premies terug te vragen in Luxemburg.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Premieheffing, Sociale zekerheid algemeen, Internationale sociale zekerheid
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 26 februari