X ontvangt een WOZ-beschikking van de gemeente Bladel voor een onroerende zaak bestaande uit een woning en een Bed & Breakfast met wellness.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de woning enerzijds en de Bed & Breakfast met wellness anderzijds voor de Wet WOZ geen samenstel vormen als bedoeld in art. 16 onderdeel d Wet WOZ. De rechtbank gaat met haar oordeel voorbij aan het gezamenlijke standpunt van partijen over de objectafbakening. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van eigendommen die naar de omstandigheden beoordeeld bij elkaar horen. Er ontbreekt een samenhang tussen de eigendom die voor derden waarneembaar moet zijn. Hierbij neemt de rechtbank onder meer in aanmerking dat beide eigendommen niet met elkaar zijn verbonden en het feit dat de B&B aan het zicht wordt ontrokken door een haag en groenvoorziening. De rechtbank oordeelt vervolgens dat de regels uit de Raffinaderij-arresten inzake het herstel van afbakeningsfouten geen toepassing kunnen vinden. De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar, alsmede de waardebeschikking en de daarop gebaseerde aanslagen. De gemeente moet nieuwe waardebeschikkingen en aanslagen vaststellen voor de twee juist afgebakende onroerende zaken.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 16