Belanghebbende, X, is gebruiker van een gecombineerd verpleeg- en verzorgingshuis in de gemeente Veere. X verschilt van mening met de heffingsambtenaar van de gemeente over de toepassing van de zogeheten woondelenvrijstelling van art. 220e Gemeentewet. Rechtbank Middelburg oordeelt dat het huis geen woondelen bevat, gelet op de zorgzwaarteindicatie van de bewoners. Hof 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats 's-Hertogenbosch, oordeelt dat ondanks de intensieve verzorging en verpleging een aantal gedeelten van de onroerende zaak in hoofdzaak tot woning dient dan wel in hoofdzaak dienstbaar is aan woondoeleinden.
De Hoge Raad sluit zich aan bij de beslissing van Hof 's-Gravenhage inzake de woondelenvrijstelling voor een aantal gedeelten in het verpleeg- en verzorgingshuis van X. Het college van B&W van de gemeente Veere wijst op de intensiteit van de verzorging en verpleging in het huis die dusdanig hoog is, dat de woonfunctie daarvan ondergeschikt is en daarin opgaat. Verder betoogt het college dat sprake is van een zo geringe mate van zeggenschap over de eigen woonomgeving en privacy binnen die woonomgeving dat niet van ‘in hoofdzaak wonen' kan worden gesproken. Het hof verwerpt de klachten van de gemeente onder verwijzing naar de arresten van 15 november 2013, nrs. 11/05565 en 11/05566, ECLI:NL:HR:2013:1125 en 1126. Het cassatieberoep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hoge Raad
Editie: 25 november