Belanghebbende, X, wordt in oktober 2010 eigenaar van een woning in de gemeente Bunnik. De WOZ-beschikking die X als nieuwe eigenaar (op verzoek) van de gemeente ontvangt, vermeldt een WOZ-waarde 2010 van € 860.000. In het bezwaarschrift tegen deze WOZ-beschikking vermeldt de gemachtigde van X als vastgestelde WOZ-waarde abusievelijk de WOZ-waarde van € 947.000 die vermeld stond op de WOZ-beschikking 2010 op naam van de vorige eigenaren. In geschil is of de heffingsambtenaar uitspraak op bezwaar mocht doen zonder X te horen.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het enkele feit dat in het bezwaarschrift een foutieve WOZ-waarde wordt genoemd, niet betekent dat het bezwaar kennelijk ongegrond is. Dat het bezwaarschrift de oude WOZ-waarde vermeldde betekent namelijk nog niet dat X zich wel kon verenigen met de nieuwe WOZ-waarde. Door desondanks uitspraak op bezwaar te doen zonder X te horen, heeft de gemeente de hoorplicht geschonden. Hieraan doet niet af dat een medewerkster van het kantoor van de gemachtigde van X telefonisch heeft bevestigd dat in het bezwaar een foutieve WOZ-waarde is genoemd en dat uitspraak op bezwaar kon worden gedaan. Het hof draagt de gemeente op om X alsnog te horen.
Lees ook het thema over de WOZ.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:3-b
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 17 april