De WOZ-waarde 2019 van de recreatiewoning van X is vastgesteld op € 181.000. Deze woning is door X op 11 december 2019 verkocht voor € 145.000. In de verkoopprijs is een bedrag van € 5000 aan roerende zaken begrepen. Uit de leveringsakte blijkt dat de koper van de recreatiewoning bekend is met bestaande huurreserveringen. Volgens X is het eigen verkoopcijfer bepalend voor de vaststelling van de waarde van de woning. Rekening houdend met een correctie vanwege een stijgende markt, bedraagt de WOZ-waarde van de woning op de waardepeildatum dan € 122.000.
Hof Den Haag beslist dat het eigen verkoopcijfer in dit geval niet bruikbaar is voor de bepaling van de WOZ-waarde. Het eigen verkoopcijfer komt niet overeen met de waarde die is bedoeld in art. 17 lid 2 Wet WOZ, vanwege bestaande huurreserveringen. Nog afgezien van de omstandigheid dat het verkoopcijfer drieëntwintig maanden na de waardepeildatum is gerealiseerd. Ook de heffingsambtenaar maakt de door hem voorgestane waarde niet aannemelijk met verkoopgegevens van vergelijkingsobjecten. Deze vergelijkingsobjecten zijn niet voldoende vergelijkbaar met de woning van X. De WOZ-waarde wordt door het hof in goede justitie bepaald op € 160.000. Het hoger beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 6 augustus