Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X geen recht heeft op aftrek van de rente. X heeft namelijk niet het begin van bewijs geleverd dat de geldleningen als zakelijk geëtiketteerd kunnen worden.

Belanghebbende, X, drijft met haar echtgenoot, Y, een onderneming in firma-verband. De onderneming betreft een administratie- en advieskantoor. Om de onderneming overeind te houden, sluit X diverse leningen af, onder andere met cliënten. Naar aanleiding van een boekenonderzoek corrigeert de inspecteur de IB-aangiften 2009 en 2010. Uiteindelijk is de aftrek van de rente op de leningen nog in geschil.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X geen recht heeft op aftrek van de rente. Volgens het hof is X namelijk niet in de op de haar rustende bewijslast geslaagd. Het hof overweegt daarbij dat de inspecteur X en Y vele keren in de gelegenheid heeft gesteld om stukken te produceren, maar dat zij niets hebben ingebracht. Het hof merkt vervolgens verder nog op dat X zelfs niet het begin van bewijs heeft geleverd dat de geldleningen als zakelijk geëtiketteerd kunnen worden. Daartoe is onvoldoende dat X heeft gesteld dat de leningen zijn opgenomen om de onderneming overeind te houden. Dat er eind 2016 problemen met de printer waren acht het hof verder ook niet relevant. X had namelijk, mede in aanmerking nemende dat zij een administratiekantoor exploiteert, moeten beseffen hoe belangrijk het is om een administratie beschikbaar te houden. Verder vindt het hof het merkwaardig dat de stukken dan niet al veel eerder zijn geprint.

Lees ook het thema De onzakelijke lening.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 6 juli

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen