Vorige maand oordeelde Rechtbank Noord-Nederland dat alleen het deel van de zelf opgewekte elektriciteit dat uitgaat boven het eigen verbruik, een btw-belaste handeling is waarover een Friese basisschool vooraftrek mag opvoeren. Over het deel dat volgens de overeenkomst tussen de school en het energiebedrijf niet wordt geleverd, is geen vooraftrek mogelijk.

De Belastingdienst heeft daarmee van de rechtbank gelijk gekregen in een rechtszaak tegen een basisschool die in Friesland op vijf van zijn schoollocaties zonnepanelen heeft aangebracht. Vanwege de aanschaf van de zonnepanelen en de daarop volgende leveringen aan de energiemaatschappij vindt de school zichzelf een btw-belaste ondernemer. De in rekening gebrachte omzetbelasting – 17.436 euro – heeft de school volledig in (voor)aftrek gebracht.

Het geschil met de Belastingdienst draait om de vraag of de hoogte van de vastgestelde teruggaaf omzetbelasting juist is vastgesteld.

Cruciaal in deze zaak is de leveringsovereenkomst tussen de school en het energiebedrijf, waaruit blijkt dat er alleen sprake is van een teruglevering door de school wanneer de werkelijk benodigde hoeveelheid lager is dan de zelf opgewekte hoeveelheid. Het aantal kilowattuur dat de school zelf opwekt is echter lager dan het aantal kilowattuur dat zij verbruikt. De rest van de elektriciteit blijft 'achter de schermen' van school en is voor de btw niet zichtbaar. Alleen dat deel van de zelf opgewekte elektriciteit dat uitgaat boven het eigen verbruik, de overtollige elektriciteit, is dus volgens de rechter een btw-belaste handeling.

De kern van het meningsverschil is volgens de school de uitleg van de Belastingdienst dat scholen alleen btw-plichtig zijn over het verschil tussen de zonnestroomproductie en het zonnestroomverbruik. Het energieplatform Energeia schrijft: "Wanneer de zon schijnt, de zonnepanelen elektriciteit produceren en de school niks verbruikt, dan is de school btw-plichtig over de hele productie. Maar zet een leerkracht in de school op dat moment moment een waterkoker aan, dan moet dat verbruik van de productie worden afgetrokken. Dat directe eigen verbruik door de school wordt namelijk door de Belastingdienst gekenschetst als invulling van onderwijsdoeleinden, en is daarmee niet btw-plichtig. Alleen op het saldo dat aan het net geleverd wordt, rust een btw-plicht." 

De projectorganisatie Zonnescholen, die namens de school optreedt, kondigt hoger beroep aan. Volgens de projectorganisatie is er het nodige af te dingen op de harde relatie die de rechter legt tussen de btw-plicht en de leveringsovereenkomst, zo schrijft het platform.

Bron: Redactie TaxLive

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Omzetbelasting

13

Gerelateerde artikelen