Sociale partners en pensioenuitvoerders zijn voortvarend aan de slag met de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel. Dat schrijft minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Penisoenen in de eerste halfjaarlijkse voortgangsrapportage monitoring Wet toekomst pensioenen. De sector moet zich volgens de minister blijven inspannen om de mijlpalen te halen.
Deze monitoring volgt de ontwikkelingen in de pensioensector tijdens deze grote stelselwijziging. De minister brengt hierover elk half jaar verslag uit aan de Tweede Kamer. Hierdoor is het ook mogelijk, als dat nodig is, het proces bij te sturen. De voortgangsrapportage is gemaakt op basis van de transitiemonitor, het eerste advies van de regeringscommissaris transitie pensioenen en gesprekken met de pensioensector. De rapportage is een feitelijke weergave van de stand van zaken en geeft geen oordeel over de invulling van bijvoorbeeld arbeidsvoorwaardelijke afspraken.
Advies regeringscommissaris
Op grond van haar bevindingen van afgelopen half jaar heeft de regeringscommissaris haar eerste advies uitgebracht. Dit advies is openbaar. De minister onderschrijft alle adviezen. De regeringscommissaris geeft aan dat het belangrijk is dat de sector voortvarend aan de slag blijft, omdat de transitieperiode krap is. Verlenging van de uiterste transitietermijn is volgens het advies niet nodig. Op advies van de commissaris kijkt de minister op korte termijn samen met sociale partners, pensioenfondsen, verzekeraars en de toezichthouders hoe best practices gedeeld kunnen worden. Dat draagt bij aan een optimale uitvoering.
Stand transitie
De arbeidsvoorwaardelijke afspraken tussen de sociale partners over de nieuwe pensioenregeling worden momenteel afgerond.
In 2025 zullen er, zoals het er nu naar uitziet, 14 fondsen invaren. In 2026 zijn dat er waarschijnlijk 74, in 2027 zijn dat er 44 en in 2028 varen er 5 in. Daarnaast is 25% van de pensioenfondsen niet van plan in te varen. Redenen om niet in te varen zijn bijvoorbeeld het feit dat invaren tot een onevenwichtig nadeel leidt of omdat fondsen voor die tijd liquideren.
Voor regelingen ondergebracht bij verzekeraars of premiepensioeninstellingen (PPI’s) geldt een ander proces. De verzekeraars en PPI’s beginnen met productontwikkeling. Bij het merendeel van de verzekeraars (83%) en de PPI’s (75%) loopt de productontwikkeling conform de planning.
Transitiedatum
Om de transitie op tijd af te ronden, is het belangrijk dat alle partijen zich blijven inspannen. De toegezegde verlenging van de transitietermijn tot 1 januari 2028 is vooralsnog toereikend. Om aan de toezegging aan de Eerste Kamer tegemoet te komen, stuurt de minister het wetsvoorstel Verlenging pensioentransitie binnenkort naar de Tweede Kamer.
Rust en duidelijkheid
Tot slot heeft de sector behoefte aan voorspelbaarheid. In de woorden van de regeringscommissaris: “Voor alle schakels in de keten is het van belang dat er rust en duidelijkheid is over de wet- en regelgeving. Alle capaciteit is nodig om de transitie te kunnen realiseren.”
De minister onderschrijft de woorden van de regeringscommissaris. Minister Schouten: “Het is belangrijk de lerende cultuur bij sociale partners en pensioenuitvoerders in dit traject te koesteren en te bevorderen. Dan kunnen zo veel mogelijk partijen hier hun voordeel mee doen. Ik volg de ontwikkelingen op de voet en ik pak gesignaleerde knelpunten samen met de sector aan.”
Bron: Rijksoverheid
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Pensioenen, Loonbelasting