Advocaat-generaal Sharpston concludeert dat art. 33 lid 1 BTW-richtlijn alleen betrekking heeft op situaties waarin goederen door of voor rekening van de leverancier worden verzonden of vervoerd. Het artikel ziet niet op situaties waarin de leverancier slechts indirect betrokken is bij de verzending of het vervoer van de goederen.

Het Poolse KrakVet Marek Batko sp. K. verkoopt honden‑ en kattenvoer via internet. KrakVet heeft veel afnemers in Hongarije, die hun aankopen doen op een Hongaarse website, maar beschikt niet over een inrichting, kantoor of entrepot in Hongarije. KrakVet biedt haar Hongaarse afnemers de mogelijkheid om voor het vervoer gebruik te maken van de diensten van het Poolse Krzysztof Batko Global Trade. KBGT vervoert de goederen naar Hongarije, waar ze door twee Hongaarse koerierbedrijven naar de eindbestemming worden vervoerd. In een ‘bindend advies’ geeft de Poolse Belastingdienst vervolgens aan dat KrakVet de BTW in Polen is verschuldigd. Naar aanleiding van een boekenonderzoek stelt de Hongaarse Belastingdienst echter dat BTW in Hongarije is verschuldigd. De Hongaarse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Advocaat-generaal Sharpston concludeert dat art. 33 lid 1 BTW-richtlijn alleen betrekking heeft op situaties waarin goederen door of voor rekening van de leverancier worden verzonden of vervoerd. Het artikel ziet niet op situaties waarin de leverancier slechts indirect betrokken is bij de verzending of het vervoer van de goederen. Verder worden goederen verzonden of vervoerd ‘door of voor rekening van de leverancier’ wanneer de leverancier daadwerkelijk de beslissingen neemt over hoe die goederen moeten worden verzonden of vervoerd. Daar is geen sprake van als de afnemer deze beslissing neemt. Ook merkt de A-G nog op dat KrakVet vertrouwen mag ontlenen aan de ruling van de Poolse Belastingdienst en dat Hongarije de handelingen van KrakVet niet mag aanmerken als rechtsmisbruik.

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de Europese Unie 4

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)

Editie: 30 maart

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen