Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat daggeldvergoedingen die chauffeurs ontvangen ter vergoeding van kosten van maaltijden, consumpties en sanitaire voorzieningen onder de aftrekbeperking vallen van art. 3.15 Wet IB 2001.

Belanghebbende X drijft een transportonderneming. Over 2015 wordt de winst van de onderneming verhoogd met beperkt aftrekbare kosten. Volgens X behoren de daggeldvergoedingen die aan chauffeurs worden verstrekt niet tot deze kostensoort omdat deze in beginsel tot het loon behoren. De inspecteur wijst dit af.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat dergelijke daggeldvergoedingen wel onder de aftrekbeperking van art. 3.15 Wet IB 2001 vallen. Deze vergoedingen komen voort uit CAO-afspraken en vallen sinds de invoering van de werkkostenregeling in beginsel onder het loon uit dienstbetrekking. Op grond van de parlementaire geschiedenis zou hierdoor de aftrekbeperking hierop niet van toepassing zijn. Echter, nu dergelijke vergoedingen onder de werkkostenregeling gericht zijn vrijgesteld gaat dit niet op. Uitzondering van kosten van de aftrekbeperking omdat deze onderdeel uitmaken van het loon, is volgens de rechtbank alleen van toepassing indien deze kosten hetzij bij de werkgever (in de vorm van eindheffing) hetzij bij de werknemer feitelijk in de loonheffing worden betrokken.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.15, lid 5

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8, lid 5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 2 april

37

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen