X is eigenaar van een woning. De heffingsambtenaar stelt de WOZ-waarde voor belastingjaar 2018 vast op € 333.000. Rechtbank Gelderland bevestigt deze waarde. X komt in hoger beroep en staat een waarde voor van € 317.000.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar de waarde niet aannemelijk maakt. De heffingsambtenaar kent voor de kwaliteit een 4 toe (in plaats van een 3 voor gemiddeld) en verhoogt de waarde per m3 met 4%. Volgens belanghebbende is de onroerende zaak echter gedateerd. De heffingsambtenaar heeft volgens het hof bij de analyse van de marktgegevens ten onrechte herleid tussen de peildatum en de datum van levering, terwijl hij had moeten uitgaan van de periode tussen de peildatum en de datum van het sluiten van de koopovereenkomst (HR 29 januari 2016, nr. 14/04882, ECLI:NL:HR:2016:113). Daarnaast is niet aannemelijk dat de kwaliteit van de onroerende zaak meer dan gemiddeld (score 3) is. Dit komt niet naar voren uit de foto’s. Dat de onroerende zaak recent is voorzien van een nieuwe keuken en badkamer doet daar niet aan af. De heffingsambtenaar heeft ook in de uitspraak opgenomen dat de woning misschien iets is gedateerd, maar dat dat ook geldt voor de vergelijkingsobjecten. Het hof stelt de waarde vast op € 317.000.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 2 april