A-G IJzerman is van mening dat de gemachtigde onvoldoende gelegenheid heeft gehad om het ‘verweerschrift’ c.q. 10-dagen stuk van de inspecteur met de heer X te bespreken.

De heer X is gedetineerd en in 2016 zijn diverse (navorderings)aanslagen met boetes aan hem opgelegd. X maakt hier te laat bezwaar tegen. In geschil is of de bezwaren terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard. In hoger beroep verzoekt de gemachtigde van X op de zitting van 14 november 2019 vergeefs om aanhouding van de zaken. De gemachtigde heeft namelijk nog geen gelegenheid gehad om het verweerschrift d.d. 31 oktober 2019 met X te overleggen. Volgens Hof 's-Hertogenbosch kan de inspecteur tot tien dagen voor de zitting altijd nadere stukken indienen. Het maakt dus niet uit dat het door hem ten onrechte als verweerschrift geduide stuk van acht bladzijden (inclusief bijlage) formeel te laat is ingediend. In cassatie klaagt X dat de door het hof verleende reactietermijn van één week voor een schriftelijke reactie te kort was.

Advocaat-Generaal IJzerman is van mening dat de gemachtigde onvoldoende gelegenheid heeft gehad om het 10-dagen stuk van de inspecteur met X te bespreken. De termijn van één week voor een schriftelijke reactie is namelijk relatief erg kort. Normaal wordt een termijn van vier weken verleend. Over de termijn van één week is ook ten onrechte niet vooraf overlegd met de gemachtigde. De conclusie strekt daarom tot gegrondverklaring van het beroep.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:58

Algemene wet bestuursrecht 8:42

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Algemene wet bestuursrecht 6:9

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 17 november

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen