X bv komt in bezwaar en beroep tegen de WOZ-waarde van haar kantoor/opslag/distributie.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de beroepsgronden van X bv te vaag zijn om te kunnen leiden tot een lagere WOZ-waarde. In het beroepschrift heeft X volstaan met een opsomming van een aantal niet concreet uitgewerkte beroepsgronden en een verwijzing naar haar bezwaarschrift. Met de algemene beroepsgronden heeft X de waardebepaling van de heffingsambtenaar niet gemotiveerd betwist, omdat niet is uitgewerkt waarom deze beroepsgronden enige relatie hebben met het gewaardeerde object. Ook de verwijzing naar het door X ingediende bezwaarschrift kan niet leiden tot gegrondheid van het beroep. Uit de enkele verwijzing naar de gronden in het bezwaarschrift kan immers niet worden geconcludeerd dat de heffingsambtenaar de waarde te hoog heeft vastgesteld, nu de heffingsambtenaar hierop in de uitspraak op bezwaar is ingegaan en X bv in haar beroepsgronden niet heeft aangegeven waarom de weerlegging van de heffingsambtenaar niet juist is.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 15 maart