De Minister van Economische Zaken antwoordt op vragen vanuit de Tweede Kamer over een mogelijke btw-deal bij de schadeafwikkeling van aardbevingsschade in Groningen.

De Minister van Economische Zaken heeft mede namens de Staatssecretaris van Financiën geantwoord op vragen van de Tweede Kamerleden Smaling en Bashir over een mogelijke btw-deal bij de schadeafwikkeling van aardbevingsschade in Groningen.

De minister stelt dat er hem geen btw-afspraken bekend zijn met betrekking tot de schadeafwikkeling van de bevingsschade in Groningen. Het is de exclusieve, wettelijk vastgelegde bevoegdheid van de belastinginspecteur om een uitspraak te doen over de gebruikte constructie. Het oordeel van de belastinginspecteur valt onder de geheimhoudingsplicht als bedoeld in de AWR.

Hij deelt mee dat in zijn algemeenheid geldt dat het voor de aftrek van btw door een ondernemer noodzakelijk is dat de ondernemer de rechtsbetrekking met de leverancier of dienstverrichter is aangegaan op basis waarvan de prestatie wordt verricht. Indien een ondernemer alleen een betalingsverplichting heeft aanvaard voor een prestatie die hij zelf niet is overeengekomen met de verrichter van de prestatie, is er geen sprake van zo'n rechtsbetrekking. Een enkele betalingsverplichting is dus onvoldoende om aftrek van btw te krijgen.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Economische Zaken

Editie: 26 februari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen