Hof Den Haag beslist dat de door de arbeidsongeschikte X van het UWV en de verzekeringsmaatschappij ontvangen arbeidsongeschiktheidsuitkeringen belast zijn. Er is geen sprake van vrijgestelde letselschade-uitkeringen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Belanghebbende, de arbeidsongeschikte X, ontvangt in het jaar 2010 uitkeringen van het UWV en van een verzekeringsmaatschappij. In geschil is of deze uitkeringen tot het belastbare inkomen uit werk en woning moeten worden gerekend.
Hof Den Haag (V-N 2020/24.1.3) beslist dat de inspecteur de door X ontvangen uitkeringen vanwege arbeidsongeschiktheid terecht tot het box-1 inkomen heeft gerekend. De WAO/AAW uitkering van het UWV wordt aangemerkt als een uitkering op grond van een publiekrechtelijke regeling. De uitkering van de verzekeringsmaatschappij betreft een uitkering uit een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Het betreffen uitkeringen waarbij de aanspraken op de uitkeringen destijds onbelast zijn gebleven, dan wel de premies voor aftrek in aanmerking kwamen, al dan niet op het van de werkgever ontvangen loon. De uitkeringen zijn naar hun aard niet aan te merken als vrijgestelde letselschade-uitkeringen. Het hoger beroep van X is ongegrond.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.124
Wet inkomstenbelasting 2001 3.101
Wet inkomstenbelasting 2001 3.100