Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de aula niet valt onder de kerkenvrijstelling voor de WOZ/OZB. Ook valt de aula niet onder de gemeentelijke OZB-vrijstelling voor begraafplaatsen.

Belanghebbende, X, is een vereniging die eigenaar is van een vrijstaande aula bestemd voor opbaringen van overledenen van alle gezindten. De aula is (alleen) toegankelijk als er overledenen worden opgebaard. In geschil is de OZB-aanslag 2015. X meent dat de aula valt onder de landelijke kerkenvrijstelling dan wel de gemeentelijke OZB-vrijstelling voor begraafplaatsen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de aula niet valt onder de kerkenvrijstelling voor de WOZ/OZB. X maakt niet aannemelijk dat de aula in hoofdzaak is bestemd voor de openbare eredienst dan wel voor het houden van openbare bezinningsbijeenkomsten van levensbeschouwelijke aard. Dat bij afscheids- en herdenkingsdiensten voor overledenen mogelijk ook religieuze of levensbeschouwelijke elementen aan de orde komen, maakt niet dat de aula in hoofdzaak voor religieuze en/of levensbeschouwelijke diensten is bestemd. De aula deelt volgens het hof ook niet in de gemeentelijke OZB-vrijstelling voor begraafplaatsen en urnentuinen en crematoria. Het hof oordeelt dat de aanslag OZB naar het juiste bedrag aan X is opgelegd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 220d

Gemeentewet 220c

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 13 oktober

22

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen