Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat omkering van de bewijslast gerechtvaardigd is omdat X zijn pand tegen een veel te lage waarde naar privé heeft overgebracht.

X drijft een hotelbedrijf in de vorm van een eenmanszaak. Per 1 maart 2011 verkoopt X het bedrijf en brengt hij het hotelpand voor € 492.575 (namelijk 85% van de WOZ-waarde) over naar privé. X gaat het pand verhuren aan de nieuwe eigenaar van het bedrijf voor een aanvangshuur van € 108.000. In geschil is de waarde van het pand ten tijde van de staking. In beroep gaat X uit van een waarde van € 1.100.000 en de inspecteur van € 1.740.000.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat omkering van de bewijslast gerechtvaardigd is omdat X zijn pand tegen een veel te lage waarde naar privé heeft gebracht. Door uit te gaan van een waarde van de onroerende zaak per stakingsdatum van de onderneming van 85% van de WOZ-waarde zonder nadere onderbouwing in samenhang bezien met de hoogte van de bedongen huur is sprake van een bewust handelen ertoe strekkend dat de waarde van de onroerende zaak tot een fors lager bedrag in de aangifte is verantwoord. Dit is reden voor omkering en verzwaring van de bewijslast. De waarde die de inspecteur voorstaat, acht de rechtbank niet onredelijk of willekeurig. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.

Lees ook het thema Afwaardering van bedrijfsmiddelen

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.58

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 13 oktober

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen