Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de Belastingdienst met verzendrapportages aannemelijk heeft gemaakt dat de brieven waarin X is uitgenodigd en is aangemaand om aangifte te doen daadwerkelijk zijn verzonden.
X heeft de Nederlandse nationaliteit en woont vanaf 20 december 2019 in Frankrijk. Aan X is een verzuimboete opgelegd van € 385 wegens het niet tijdig inleveren van de aangifte IB/PVV 2021. X is het met die boete niet eens; hij betwist de ontvangst van de brieven waarin hij is uitgenodigd en aangemaand tot het doen van aangifte.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de Belastingdienst met verzendrapportages aannemelijk heeft gemaakt dat de brieven waarin X is uitgenodigd en is aangemaand om aangifte te doen daadwerkelijk zijn verzonden. De enkele stelling van X dat hij beide brieven niet heeft ontvangen, rechtvaardigt niet het vermoeden dat de brieven niet op het adres van X zijn ontvangen of aangeboden. Nu X de aangifte na afloop van de aanmaningstermijn heeft ingediend, heeft de inspecteur terecht een verzuimboete opgelegd. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat een medewerker van de Belastingtelefoon heeft toegezegd dat hij de aangifte nog na de aanmaningstermijn mocht indienen.
Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Informatiesoort: VN Vandaag
Editie: 10 mei