De Nationale ombudsman oordeelt dat de ontvanger van de Belastingdienst als voorwaarde voor uitstel van betaling mocht eisen dat X zekerheid zou stellen.

Belanghebbende, X, is het niet eens met de afwijzende beslissing van de directeur van de Belastingdienst op zijn beroep tegen de beslissing op zijn verzoek om uitstel van betaling. De onvrede van X richt zich op het feit dat de Belastingdienst tijdens de cassatieprocedure voor de Hoge Raad alleen bereid is uitstel van betaling te verlenen onder de voorwaarde dat X zekerheid stelt.

De Nationale ombudsman oordeelt dat de ontvanger van de Belastingdienst als voorwaarde voor uitstel van betaling mocht eisen dat X zekerheid zou stellen. De Belastingdienst kon volgens de Nationale ombudsman in redelijkheid vrees koesteren voor onverhaalbaarheid van de belastingschuld. Daarbij neemt de ombudsman in aanmerking dat het gaat om een oude belastingschuld van ruim € 4 miljoen en de constatering van de ontvanger dat hem geen verhaalsmogelijkheden bekend zijn. De ombudsman is het eens met de ontvanger en de directeur dat de (50%) economische eigendom die X heeft van een pand niet toereikend is als verhaalsmogelijkheid. Dat de ontvanger lopende het hoger beroep wel ongeclausuleerd uitstel heeft verleend, doet aan het voorgaande niet af. Met het nieuwe uitstelverzoek van X in de cassatieprocedure ontstond een nieuw toetsingsmoment.

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 25

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Nationale ombudsman

Editie: 25 april

30

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen