Advocaat-generaal Hogan concludeert dat België bij de invordering van de Duitse belastingschuld zijn eigen bevoegdheden en procedures moet aanwenden die gelden voor schuldvorderingen met betrekking tot dezelfde belasting of hetzelfde recht.

Pantochim SA wordt in België in vereffening gesteld. In de loop van die vereffening betaalt Pantochim haar preferente btw-schuld aan de Belgische Staat. België had echter in de loop van de vereffeningsprocedure ook aangifte gedaan van een schuldvordering van ruim € 600.000 die de Duitse Staat op Pantochim had. Duitsland verzoekt België om bijstand om de schuld te kunnen invorderen. Aangezien Pantochim ook nog een vordering heeft op België, verrekent België deze vordering van Pantochim met de schuld van Pantochim aan Duitsland. Volgens Pantochim is deze verrekening echter niet mogelijk. De Belgische rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Advocaat-generaal Hogan concludeert dat België bij de invordering van de Duitse belastingschuld zijn eigen bevoegdheden en procedures moet aanwenden die gelden voor schuldvorderingen met betrekking tot dezelfde belasting of hetzelfde recht. De Duitse schuldvordering krijgt echter niet de status van een materiële schuldvordering van België. Verder merkt de A-G nog op dat de status van de Duitse schuldvordering niet verandert. Ook leidt dit niet tot de overdracht van de Duitse schuldvordering aan België.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Invordering

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 15 januari

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen